Terwijl ik staarde naar vogels die traag en onbevreesd laag over het door zon beschenen water zweefde.
De wereld om me heen verdween en er was alleen maar dat prachtige licht.
Een licht zo helder en mooi dat het niet onder woorden te brengen is, Omdat er geen woorden voor zijn.
In dit licht ervaarde ik mezelf als een vonk van dit licht
Maar ook als toeschouwer van dit alles.
Ingewikkeld zult U zeggen, maar ik weet ook niet hoe ik het anders moet uitleggen.
Schepping en reïncarnatie
Ik zag anderen die net als ik waren, we waren allemaal vonken van dit prachtige licht, wat de oorsprong van al het leven is,
Dat wist ik in dit visioen absoluut zeker.
Met sommige van die vonken was een verwantschap. Dit zorgde er voor dat we naar elkaar toe getrokken werden en even samenvloeide.
De vonk is vaak omgeven door een wat donkerder buitenkant die ontstaat uit onze persoonlijkheid.
Al onze persoonlijk gekleurde neigingen, maar ook liefde en pijn vormen een laagje om onze ziel, de helder lichte vonk.
Al die vonken waren op weg naar dat onbeperkte licht, waar we uit voortkomen, uit geschapen zijn dus, en uiteindelijk weer in terug keren. Wanneer de vonken uit het licht komen zijn ze onbewust, wanneer ze terug keren zijn ze helemaal bewust van zichzelf en vloeien ze samen met het onbeperkte licht.
Sommige zijn niet in staat hun hele persoonlijkheid na de dood van hun lichaam los te laten. Deze vonken met stukjes persoonlijkheid die over het algemeen totaal onbewust zijn, worden in een lichaam opnieuw geboren. Reïncarnatie is daar een moeilijk woord voor. Wanneer een vonk, een ziel dus, in het licht opgaat is er alleen maar pure liefde, dan hoeft er niets meer en is er alleen harmonische vrijheid.
Leven na de dood
Nu is dit een prachtig visioen, maar het zal ongetwijfeld uitleg behoeven. De vraag die me steeds gesteld wordt is dan natuurlijk, "Hoe ziet het leven na de dood eruit"? Een vraag die alleen maar te beantwoorden is met "Ik weet het niet". Dit antwoordt moet ik wel geven, want volgens mij kan het voor iedereen anders zijn. Het gaat er maar om in hoeverre een mens in staat is alles van dit leven los te laten. Eigenlijk kunnen we beter zeggen, in hoeverre een mens tijdens zijn leven aan van alles vast zit.
De één zal enorm gehecht zijn aan z'n spullen, aan de goederen die hij heeft verzameld. De ander zal niet in staat zijn om los te komen van de hechte banden met familie en vrienden. Weer een ander heeft een geloof aangenomen met allerlei ideeën waar men niet van los durft te komen.
Mensen die zichzelf zo opwerpen als de brengers van het ware geloof zitten hier ook vreselijk aan vast.
Hemel en hel
Het idee dat we de hemel moeten verdienen is dus niet waar.
Er bestaat geen God die mensen voor straf naar de hel stuurt.
Er is geen plaats die we Hemel kunnen noemen en al helemaal geen plaats die we de Hel kunnen noemen.
Dit zijn verzinsels van onwetende mensen die het bestaan hiervan verzonnen om macht uit te kunnen oefenen.
Wanneer we leven in zorgen en verdriet en vooral in angst voor het onbekende, zouden we dat de Hel kunnen noemen.
De Hemel en de Hel is een situatie in onszelf.
Grote geestelijke leiders als Jezus en Boeddha, om er maar twee te noemen, hebben nooit anders beweerd.
Het waren, en zijn nog steeds, hun volgelingen die een God gecreëerd hebben aan wiens zijde men zou kunnen zitten.
Een god die de ongelovige naar het meest afschrikwekkende oord zou kunnen verdoemen.
De macht die deze "volgelingen" zich met hun zogenaamde weten hebben toegeëigend,
heeft tot verschrikkelijke ellende over de hele wereld geleid.
Goddelijk is natuurlijk
Ik ben er niet op uit om een nieuw geloof te brengen. Door mijn visioen over leven en dood weet ik dat alles en iedereen uit dit prachtige licht voortkomt en er weer in opgaat. Dan voelen we ons onuitsprekelijk goed. Niets om angstig voor te zijn dus. Dit licht, waar we uit "geschapen" zijn is de bron van alles wat er is. Dit heeft niets met een of ander geloof te maken, het is de natuur.
Mijn visioen is heus niet zo uniek.
Heel veel mensen, uit alle culturen en uit alle tijden hebben deze belevenissen gehad.
Wanneer we die verwantschap beseffen en al het leven, ook ons eigen leven, als een deel van het geheel beschouwen veranderd alles. Wanneer we leven vanuit dat magische gevoel dat we allemaal één zijn, dan zal onze wereld voor onze ogen veranderen.
Dan, en dat kan nu, houden we op met het gejakker om onze belangen veilig te stellen en zijn we bevrijd van de zwaarte van het leven als eenling. Dan leven we vanuit het Goddelijke.
Het Goddelijke, het licht, wat we diep van binnen altijd zijn geweest!